Het is interessant om af en toe bij de con-collega’s in de keuken te kijken. Het heeft enige voordelen: je krijgt enkele tips – vooral op de gebeiden waar je zelf alleen maar zelden mee bezig bent; je ziet de technieken van een andere – om dan je eigene ermee te vergelijken en misschien verbeteren; je blijft bij met de laatste gedachten en trends.
Duidelijk ook dat je verrast of zelf verafschuwt kan worden door wat je ziet… Maar gelukkig gebeurt dat zéér zelden, en toch zie je wel technieken waarbij je serieuze vragen gaat stellen over de toegepaste kennis..
Afgelopen weekeinde, heb ik een dag doorgebracht met een gekwalificeerde hoefsmid die zelfs les geeft op de smidsopleiding. An sich had deze man een redelijke technique, alhoewel zeer ruw, en ook een oog voor wat hij aan het doen was – maar ik miste een aantal essentiële punten.
Om te beginnen, zijn benadering was niet trimmen op basis van slijtage maar meer op de “foutieve” loopwijze van het paard. Als het paard op een zekere “onacceptabele” manier liep, dan zou hij trimmen om deze tekortkoming te “corrigeren”.
Ten tweede, gebruikte hij uitsluitend een kapmes en hamer om te trimmen – ook bij het kousen van de zool. En Natuurlijk gebruikte hij dit mes om de straal rigoreus terug te snijden.
Ten derde maakte hij totaal geen aanstalte om de kwartierbogen aan te brenge – noodzakelijk voor het optimaliseren van het hoefmechanisme.
Tot slot, als hij geen “tekortkoming” wilde corrigeren, was er weinig tot geen poging gedaan om de hoogte van de hakken gelijk te maken.