hoofNatuurlijk weet iedereen dat zonder ijzers, ons paard zal zijn hoeven veel te snel slijten op harde grond, zal weinig grip hebben op zachte grond, krijgt pijn bij het lopen over stenen, kiezel en split en zal ongetwijfeld ook peesbeschadiging oplopen. Elk hoefsmid kan je dit vertellen samen met veel dierenartsen en professionelen binnen de paardenwereld.

En toch is er een een groeiend tendens naar blootsvoets. Waarom?

Veel van onze overtuigingen zijn op gewoontes gebaseerd. Met het risico van even afdwalen, denk aan twee andere “regels” die we kennen m.b.t. het handelen van paarden:

  1. altijd opstijgen van de linkerkant en nooit van rechts.
  2. altijd je paard leiden aan de linkerkant en nooit aan de rechterkant.

Deze regels zijn heel verstandig en niet te twisten – zolang dat je een ridder bent met een enorme zwaard aan je linkerzij! De enige reden waarom we niet van recht opstijgen is omdat onze paarden daar niet aan gewend zijn – wat alleen maar betekent dat het de hoogste tijd werd dat ze dat wel waren! Want als wij ons in een situatie bevinden waar van links opstijgen onmogelijk is, dan hebben we een probleem.

En het paard leiden? Wederom, die lompe zwaard. Zonder zwaard ben je vrij om aan beide kanten van je paard te lopen – evenals bij opstijgen; dit kan echt gewenst zijn, afhankelijk van het terrein waar je op dat moment overheen loopt.
Ik geef les aan gehandicapten in, onder andere, een rijbak. Duidelijk mag zijn dat de paarden niet alleen linksom lopen, maar ook rechtsom. Als wij de paarden leiden – vaker het geval gezien onze ruiters zelf niet altijd capabel zijn om het paard adequaat te sturen – we leiden altijd aan de kant weg van de muur; vastzitten tussen muur en 650Kg Fries paard is iets dat met tracht te vermijden. ARBO is er ook niet zo blij mee. Onze paarden zijn onverschillig of ze nu links of rechts geleid worden.

Wat vertelt dit ons? Heel eenvoudig, wij zijn traditie aan het volgen en niet gezond verstand.
Als wij naar verwilderde paarden kijken, ze zijn onbeslagen, kunnen stappen (/draven/galopperen) over lange afstanden en hebben nauwelijks hoefproblemen. Dus waarom niet het gedomesticeerde paard?

Het is waar dat ons gedomesticeerd paard niet in het wild leeft en de natuurlijke slijtage van de hoeven van een verwilderd paard niet kan evenaren, maar dit betekent niet dat ons paard toch blootsvoets kan gaan. In tegendeel, gezien ons gedomesticeerd paard de grote afstanden niet aflegt, des te meer reden om hem blootsvoets te laten gaan – zijn hoeven zullen zeker niet te snel slijten!

Dus, de argumenten nog een keer:

  • Slijtage op harde ondergrond: de meest belangrijke delen van de hoef, met betrekking tot contact met de grond, zijn de straal en de hoefballen en de onderliggende structuur die ze feitelijk beschermen. Deze structuur is het digitale kussen dat, met gebruik, groeit (bijna zonder uitzondering, paarden met beslag hebben een digitaal kussen dat heel zwaar geatrofieerd is). De externe oppervlaktes worden een dik, beschermend laag.
  • Gereduceerde grip op zachtere grond: een paard genereert evenveel grip met blote voeten als met ijzers. Feitelijk, door het hoefmechanisme en een volledig ontwikkelde straal, genereert de blote hoef meer grip dan conventionele ijzers. De enige uitzondering is het ijzer voorzien van kalkoenen; een oplossing uitsluitend bruikbaar in zeer beperkte omstandigheden. Kalkoenen moeten nooit op harde grond gebruikt worden waar zij het evenwicht en grip van de hoeven reduceren tot een gevaarlijk niveau, waarbij het risico van gewricht- en peesschade aanzienlijk toeneemt. Op zachte grond zijn ze minder een probleem totdat ze een steen raken of dat het paard een snelle draai maakt. Wederom is het risico van gewrichts- of peesschade zwaar verhoogd.
  • Gevoelige voeten op losse grond: zoals bij de mens – en feitelijk welk ander dier dan ook – gebruik creëert eelt (bouwvakkers werden niet met eelt geboren!). Regelmatig blootstelling op harde gronden, samen met het verbeterde hoefmechanisme, zorgt er snel voor dat de straal en hoefballen, samen met de voetzool, hard worden en dat zelfs het gedomesticeerde paard geen problemen meer zal hebben met dit soort ondergrond.
  • Een onbeslagen paard is een peesblessure in afwachting: pezen zijn zeer taai. Zij zijn heel moeilijk te beschadigen onder normaal/correct gebruik. Waar ze wel van lijden is een schokslag. Zoals vrijwel iedere sporten die aan peesschade geleden heeft kan aangeven, de blessure wordt niet veroorzaakt door rekken maar juist door een plotse beweging. Hoe kunnen wij dit bij het paard zien? Als we naar het voorbeen van het paard kijken, vormt dit een voorwaartse boog terwijl het in beweging is; als deze boog behouden wordt als contact met de grond gemaakt wordt, klapt het been over in een achterwaartse boog – het is dit klap of schokslag dat voor de pezen zo schadelijk is. Een beslagen paard heeft minder tijd om zijn been recht te zetten voordat het de grond raakt; dit komt door de extra momentum van het extra gewicht van het ijzer. Verder, een hoef bekapt naar natuurlijke vorm, doordat ie korter in de toon is, heeft een korter moment en landt – zoals bedoeld – op de hiel (palm) en niet op de toon. Je kunt dit zelf uitproberen door in overgrote schoenen te rennen!

Deze punten worden allemaal verder behandeld elders op deze site en op vele andere – ook die in de lijst koppelingen.