Hoefkatrolontsteking is een slopende aandoening voor het paard dat, feitelijk, echter niet bestaat. Evenals bij koliek, is het een algemene beschrijving, in dit geval een van beenpathologieën – voornamelijk het voorbeen. Alhoewel we vele referenties naar hoefkatrolontsteking in populaire paardenlectuur aantreffen, is er geen enkele wetenschappelijke referentie die het problem isoleert nog specificeert. Desalniettemin, zien we vaker verwijzingen, zelfs in de wetenschappelijke wereld, naar het behandelen van hoefkatrolontsteking. Dit maakt het hele onderwerp nog meer mystificerend, gezien er nu allerlei wetenschappelijke behandelingen zijn voor een aandoening die de wetenschappelijke wereld acht niet te bestaan!

Dus, wat is er aan de hand? Nou, het moge duidelijk zijn dat er een probleem is en, zoals met zoveel dingen in de paardenwereld, “militaire oplossingen” werden verzonnen om de sergeant-majoor te sussen en in zijn dagboek de redenen te kunnen noteren waarom een paard niet kon werken: spijsverteringsproblemen zonder nader duidelijkheid – koliek; bewegingsproblemen zonder nader duidelijkheid – hoefkatrolontsteking. Waarom de hoefkatrol? Waarschijnlijk omdat vaker de problemen onderaan in het been werden getroffen en, zoals door anatomische analyse werd uitgewezen, de hoefkatrol was een klein en bijzonder geplaatst stukje skelet. Het was duidelijk genoeg dat het werkt als een katrol voor de diepe buigpees te laten functioneren, namelijk de diep buigspier met het hoefbeen of derde falanx (P3) verbinden, maar de interactie van alle delen werd niet geheel begrepen – en helaas is dit al te vaak steeds het geval.

Zelfs nu, veterinaire “specialisten” maken Röntgenfoto’s van de hoefkatrol en geven de schuld voor de “stoornis” aan van alles en nog wat dat ze mogen zien. Vervolgens, door het toepassen van een successie aan procedures, trachten ze de pijn te stillen en het probleem te doen verdwijnen. Ze passen speciale ijzers toe, vaker met succes…maar alleen voor korte duur; als het effect na enkele weken zich begint te verminderen, passen ze misschien omgekeerde ijzers toe “om meer steun te geven aan de achterkant van de hoef…” maar, wederom, het effect is van korte duur. De volgende mogelijke stap is plakjes tussen hoef en ijzer te plaatsen – met het doel om de hoef op te krikken om “spanning op the diepe buigpees te verminderen” maar, alweer, dit blijkt nogmaals een korte termijn tijdelijke oplossing voor het probleem. En dan spelen ze de troefkaart – de zenuwen naar dit deel van het been doorsnijden; op deze wijze zal het paar geen pijn meer ervaren.

En allemaal helemaal waar; het signaal dat er iets mis is, bereikt de hersenen van het paard niet meer. Deze benadering kunnen we vergelijken met een probleem met de oliedruk waarschuwingslamp in de auto. Als bestuurder, zien we het licht aangaan dus gaan we met de auto naar de garage. De monteur knoeit even (misschien wast hij de voorruit, wisselt de banden, voltankt…) maar het licht gaat niet uit. Nou, het makkelijkste wordt dus simpelweg het licht ontkoppelen – dan zien we het probleem niet meer… En dit is wat vele zogenaamde gerenommeerde dierenartsen doen – en het paard gaat door met werken en het probleem stilaan zich verergert.

In een maart 2016 video (TheHorse.com) van een voorlezing door Dr. Jim Schumacher van de Universiteit van Tennessee College of Veterinary Medicine, werd het aangegeven dat met alle (traditionele) methoden van behandelen samen, het verlichten van de symptomen duurt niet veel meer dan 18 maanden. Op dat moment is er weinig verder aan te doen en het paard zal verplicht met pension moeten, of zelfs worden ingeslapen.

Verlaging van de spanning op de diepe buigpees

Dit is een van de grootste dwalingen die we in het verhaal tegenkomen; naar verluid is het te veel spanning op de diepe buigpees dat hoefkatrolontsteking kan veroorzaken. Teneinde hiervan, we hogen de hiel op, om de spanning te “verlagen”. Maar pezen horen onder spanning te zijn. Dat is hun functie, en ook hun redding. Als een pees niet onder volle spanning gehouden wordt, elk schokbeweging – een snelle rek, bijvoorbeeld – zal waarschijnlijk enige schade veroorzaken. De pees is een ongelofelijk sterke structuur en het is zelden dat de pees zelf onder zulke omstandigheden beschadigd raakt; eerder het is het punt waar de pees met andere structuren – spier of bot – in verbinding staat. Zoals in elke ketting, is er een zwakke schakel. Schade aan de pees zelf is meest waarschijnlijk als resultaat van een directe trauma – een beslagen achterhoef die heel hard of herhaaldelijk aan de achterkant van de pees slaat.

Als de spanning op de diepe buigpees verlaagd wordt, gaat het paard er voor compenseren. De diepe buigspier wordt aangespannen om de “speling” in de diepe buigpees er uit te halen maar deze bijna blijvende aanspannen van de diepe buigspier breng nog meer pathologieën met zich mee. Spieren zijn niet bedoeld om constant onder spanning te blijven – dat is hun “werkhouding” en alle spieren horen enig rust te hebben, zelfs al is het maar voor enkele (milli)seconden iedere keer. Het hart is een uitstekend voorbeeld: het slaat gemiddeld iets meer dan één keer per seconde gedurende onze hele leven; elke hartslag is een serie spanningen en ontspanningen; maar de spieren van het hart ontspannen zich voor enkele milliseconden met elke slag; alleen met elke stimulus om te slaan, gaan de spieren zich aanspannen. Rugproblemen zijn de meest overheersend in paarden waar de hakken van (vooral) de voorhoeven te hoog zijn

Het echte probleem

Een foute houding zal velerlei effecten hebben op het lichaam. Van dit, de meeste experten zijn het eens maar de weg vooruit wordt zo vaak door misopvattingen, onnauwkeurige analyses, misplaatste diagnoses – en er opvolgende behandelingen – en een geheel onwetenschappelijk gebrek aan logica, onhelder gemaakt. En als het behandelen van één pathologie in een nieuwe resulteert, heerst verwarring. De reden voor dit is vaak heel eenvoudig; de tendens in de medische wereld, zowel bij de mens als bij dieren, is de symptomen liever dan de oorzaken behandelen. Maar als we alleen maar de symptomen behandelen, de oorzaken gaan niet weg en zullen, met de tijd, dezelfde symptomen zich doen herhalen, of ze naar een andere locatie verplaatsen. Eigenlijk is het dit laatste dat we herhaaldelijk bij hoefkatrolontsteking zien. De echte reden wordt niet aangepakt en de symptomen worden gewoonweg het been op en neer gehutseld.

Wat er gebeurt bij hoefkatrolontsteking heeft een hele redelijke verklaring, wat het nog meer ongelofelijk maakt dat de medische wereld blijft doorgaan op dezelfde manier. Dat hoefsmeden onveranderd doorgaan is minder verassend maar misschien dat de dierenartsen alles aan de hoefsmid overlaten als het been of hoef betreft, verklaart de weerstand tegen (re-)educatie door de dierenartsen, en uiteindelijk ook de hoefsmeden.

In elk structuur, biologisch of kunstmatig, als een oppervlakte over een andere wrijft, een beschermingslaag wordt aangebracht om slijtage te verminderen. Deze laag moet regelmatig vervangen of vernieuwd worden anders slijt het tot het punt van ineffectief zijnde. In voertuigen zien we dit in banden; de rubberen of metalen band slijt maar beschermt de wiel dat hem draagt; als de band dun wordt, vervangen wij hem met een nieuwe. Remvoeringen zijn hetzelfde; zij slijten met gebruik als ze wrijven tegen de remschijf (dat ook slijt maar veel langzamer omdat de remvoering zachter is) en voordat de voering geheel weggesleten is, moeten wij haar vervangen – anders zal de metalen plaat, die de voering draagt, aan de remschijf gaan wrijven wat zowel plaat als schijf zal beschadigen.

De pezen zijn ook zo. Ze zijn omhuld in een beschermende buis en, op het punt dat ze over een andere structuur passen – knieën, ellebogen, enkels enz. – worden ze door de slijmbeurzen verder beschermd. Deze slijmbeurs is net de remvoeringen of banden en houdt het onnatuurlijk slijtage van de pees of de oppervlakte waarover het loop tegen. De slijmbeurs geeft een verbeterde wrijfoppervlakte die tegen slijtage meer bestand is dan zowel bot als de gewone peesbeurs. Bovendien, deze slijmbeurs wordt op slijtage berekent en vernieuwd zich continu.

De grootte van de slijmbeurs varieert van dier tot dier – zelf van been tot been. Maar elk dier wordt nagenoeg tot op de millimeter perfect gebouwd. Als een hoefsmid een hoef beslaat (of zelf wanneer de hoef simpelweg te lang in de hakken mag worden), het uitlijnen tot op de millimeter van de inwendige structuren wordt verstoord; in het geval van hoefkatrolontsteking, de slijmbeurs kan nog de hoefkatrol nog de pees beschermen. De truc van de hoefsmid om speciaal beslag aan te meten, verzet het punt van contact enkele micrometers langs de pees, weg van de gevoelige plek, en dus wordt de pijn gestild. Maar er is nog altijd geen beschermende slijmbeurs wat betekent dat, na enige tijd – ervaring en onderzoek laat zien dat het vaker minder dan twee weken is – de pijn zich weer begint te manifesteren. Na een maand, de hoefsmid moet de ijzers weer gaan hutselen om de pijn op deze nieuwe plek te stillen… En dus blijft het dus doorgaan totdat het duidelijk wordt dat het hutselen van ijzers en plakken het probleem niet zal doen oplossen.

De Oplossing

De oplossing moet nu helder zijn. De hoefkatrol en de slijmbeurs moeten met elkaar weer uitgelijnd worden. Dit wordt redelijk eenvoudig behaald – het langzame verlagen van de hakken en een heropvoeding van het paard over een periode van enkele maanden. Heropvoeding is een noodzaak omdat, in de meeste gevallen, het paard werd lange tijd beslaan en zal alle pathologieën van dat beslaan met zich meebrengen. Dit betekent dat, ondanks de eenvoud, het niet per se makkelijk te behandelen zal zijn maar een groot gedeelte daarvan ligt bij de toewijding van de eigenaar, niet met de behandeling en zeker niet met het paard.